Guillain-Barré syndroom (GBS)

Informatie over het Guillain-Barré Syndroom (GBS) 

Het Guillain-Barré Syndroom (GBS) is een zeldzame aandoening van de zenuwen, waarbij spierzwakte en gevoelsstoornissen binnen enkele dagen tot weken kunnen optreden. Twee derde van de patiënten heeft voorafgaand aan GBS een infectie gehad, meestal van de luchtwegen (verkoudheid) of de darmen (diarree).
Omdat GBS een vrij zeldzame ziekte is, kennen weinig mensen de verschijnselen ervan. De ziekte heeft vaak een grote impact op zowel de patiënten als hun familie.

GBS is een auto-immuunziekte. Dat wil zeggen dat het afweersysteem zich na een infectie tegen het eigen lichaam keert. Bij GBS heeft dat vooral gevolgen voor het perifere zenuwstelsel: de zenuwen die zorgen voor de verbindingen tussen het ruggenmerg en de spieren in armen, benen en romp. Door GBS kunnen die spieren niet goed meer functioneren en tijdelijk verlamd raken. Aantasting van de gevoelszenuwen zorgt ervoor dat patiënten vaak pijn en minder gevoel in hun handen, armen, voeten en benen hebben.

Een opname in het ziekenhuis is bij GBS (bijna) altijd nodig omdat alle patiënten in de eerste weken na het ontstaan van de spierzwakte verder achteruit kunnen gaan, ook als ze nog weinig functieverlies hebben. Behandeling is nodig wanneer patiënten zo ernstig aangedaan zijn door de ziekte dat ze niet meer in staat zijn om tien meter zelfstandig te lopen of ander ernstig functieverlies hebben. Als daarnaast ook de ademhalings- en slikspieren zijn aangedaan, moeten mensen met GBS worden opgenomen op de afdeling Intensive Care (IC) en daar soms tijdelijk worden beademd. Dat laatste gebeurt bij ongeveer een kwart van de GBS-patiënten.

De meeste mensen herstellen na verloop van tijd weer (grotendeels) van de gevolgen van GBS. Ongeveer een derde van de patiënten herstelt volledig. Nog een derde houdt milde restverschijnselen, maar kan daarmee het gewone leven weer oppakken. De overige patiënten houden zwaardere restverschijnselen die hun dagelijks leven soms sterk kunnen beïnvloeden, zoals hevige vermoeidheid, gevoelsstoornissen of pijn.

GBS komt jaarlijks voor bij 1 tot 2 personen op de 100.000 mensen. In Nederland krijgen zo’n 200 mensen per jaar de ziekte. GBS is niet erfelijk en niet besmettelijk. De ziekte kan op elke leeftijd optreden, dus ook bij kinderen en bij mensen die voorheen volledig gezond waren.

Bij GBS is goede verpleegkundige zorg met nauwkeurige controle (monitoring) nodig zodat verdere achteruitgang van de patiënt op tijd wordt opgemerkt.
De meest effectieve behandeling van ernstige vormen van GBS bestaat op dit moment uit het toedienen van een infuus met immuunglobulinen. Dat zijn eiwitten afkomstig uit donorbloed die de afweerreactie van het eigen immuunsysteem tegen de perifere zenuwen remmen.
Om ervoor te zorgen dat iemand zo goed mogelijk van GBS herstelt, is het belangrijk dat tijdig een revalidatiearts wordt ingeschakeld voor het starten van ondersteunende behandelingen. Die behandelingen bestaan bijvoorbeeld uit fysiotherapie, ergotherapie, pijnbehandeling, logopedie, psychische begeleiding of – bij kinderen – pedagogische begeleiding.

 

Veelgestelde vragen